Historie

Paltrok balkenzager de Gekroonde Poelenburg

De molen heeft een bewogen geschiedenis en kent meerdere voorgangers. Om inzicht te verkrijgen in zijn verleden volgt hierbij een in tijdsperioden opgedeelde beschrijving.

1963 – heden aan de Kalverringdijk te Zaandam
Het gebied ten Noorden van de Julianabrug was omstreeks 1955 door de gemeente Zaandam aangewezen als plek voor een in te richten reservaat van Zaanse houtbouw. Panden en molens, die wegens stadsuitbreiding van hun oorspronkelijke plek werden verdreven konden hier een plek krijgen en vormden zo tezamen de ons nu zo bekende Zaanse Schans.

In 1963 werd de molen op zijn huidige plek aan de Kalverringdijk, door molenmakerij Husslage, herbouwd en gerestaureerd. Bij deze herbouw kreeg de molen het uiterlijk van een gemiddelde Zaanse paltrok: zwart geteerd met een staande beschieting van de zijwanden. Daarbij verkreeg vereniging de Zaansche Molen de eigendom. In 1967 werd getracht om de molen als zagerij te exploiteren hetgeen echter om meerdere redenen mislukte. Sindsdien wordt hij regelmatig door vrijwillig molenaars in werking gesteld.

In 1990 werd door de firma Vogelenzang, naar ontwerp van architect Jb. Schipper, de houtloods naast de molen gebouwd. Alles naar historisch voorbeeld.

In 2005 onderging de molen een grote restauratie door molenmakerij Saendijck. Hierbij werd de oorspronkelijke verschijningsvorm, van voor 1963, teruggebracht: groen geschilderd met een getrapte beschieting van de zijwanden.

In 2011 werd de zaagvloer geheel vernieuwd door molenmakerij Saendijck.

In 2014 bleken de ijzeren roeden, na doormeting, dusdanig door corrosie aan materiaal en sterkte te hebben verloren, dat moest worden overgegaan tot het tijdelijk stilzetten van de molen in afwachting van een nieuw aan te brengen wiekenkruis. Molenmakerij Kistemaker kreeg opdracht tot uitvoering van de werkzaamheden, zodat de molen eind 2014 weer lustig kon draaien en zagen.

Mede door de vaak aanzienlijke bijdragen van overheden, fondsen en particulieren is het de Zaansche Molen gelukt deze bijzondere molen in goede werkende conditie te brengen en aldus regelmatig voor belangstellenden open te stellen.

1963 het erf van de Grootvorst aan de Kalverringdijk te Zaandam

Het erf waarop de molen werd herbouwd behoorde aan pelmolen de Grootvorst. Deze molen werd in 1700 gebouwd en verbrandde in 1928. Deze brand was dramatisch. In de naast gelegen houtmeelmalerij de Haan ontstond brand en door overwaaiende vonken verplaatste het vuur zich ook naar de Grootvorst. De brandweer concentreerde de waterstralen voornamelijk op de hevig brandende fabriek. De molen trachtte door vonken te malen erger te voorkomen, maar tevergeefs. Al spoedig raakte de rieten bekleding in brand en spoedig brandde hij als een fakkel, er was geen redden meer aan. Niet alleen verloor molenaar Couwenhoven zijn pas herstelde en weer in werking gebrachte molen, ook verloor de Zaanstreek hiermee de laatste op windkracht werkende pelmolen.

Het erf bleef na de brand onbebouwd.

1904 – 1962 aan de Gouw nabij het Weerpad te Zaandam

Op 11 december 1903 verbrandde paltrokmolen de Gekroonde Poelenburg. De molen stond aan en ten Westen van de Gouw iets ten Noorden van het Weerpad. Laatst genoemde pad liep van de Zuiddijk te Zaandam tot de Kerkbuurt in Oostzaan. Zijn standplaats vinden wij langs de Gouw aan de Taxusstraat/Meidoornstraat te Zaandam. Eigenaar Jan Prinsze ging na de brand niet bij de pakken neerzitten. Hij kocht paltrok de Locomotief, die te Koog aan de Zaan in het verlengde van het Relkepad – nu Reëelenstraat nabij de spoorweg stond. Hij verplaatste de Locomotief naar het erf van de verbrande Poelenburg. De naam van de verbrande molen ging over op de verplaatste. De Locomotief was in Koog aan de Zaan groen geverfd, ook op zijn nieuwe plek behield de molen deze kleur. In 1931 verkocht Maarten Prinsze de molen aan de Amsterdamse zager Kettenis. Kettenis stamde uit een oud zagersgeslacht, zijn vader bezat paltrok de Eenhoorn aan de Achterweg nabij de Nassaukade te Amsterdam. Door diverse uitbreidingsplannen van gemeente Zaandam kwam de molen steeds meer in het gedrang te staan. Tot 1950 bleef de molen in bedrijf, waarna de schuur nog slechts voor opslag werd gebruikt en de molen in verval raakte. Begin jaren 60 werd de molen gedemonteerd met het doel hem te herbouwen aan de Kalverringdijk nabij de in ontwikkeling zijnde Zaanse Schans.

1867 – 1904  de Locomotief achter het Relkepad bij de spoorweg te Koog aan de Zaan

In de jaren 1865/1868 werd de spoorlijn Zaandam – Uitgeest aangelegd. De lijn kwam te lopen door een veengebied met talrijke sloten dat werd bevolkt door toen nog tientallen molens. Diverse molens hadden hun plek precies daar waar de spoorlijn zou komen te lopen. Deze molens werden afgebroken, zo ook de paltrok balkenzager de Groene Jager te Koog aan de Zaan. Eigenaar Gerrit Honig, die ook met de houtzaagmolens de Tulp en de Dikkert werkte, verkocht het erf van de Groene Jager ten behoeve van de aanleg van het spoor. Waarschijnlijk bedong hij een goede prijs evenals een tegemoetkoming in de bouw van een nieuwe paltrok die iets ten oosten van de nieuwe spoorlijn verscheen. Deze nieuwe paltrok kreeg de toepasselijke naam de Locomotief. Zijn gietijzeren bovenas stamt uit 1866, zodat kan worden aangenomen, dat voor de Groene Jager werd gesloopt eerst de nieuwe molen in werking werd gesteld. De Locomotief was een mooie molen, hij week in bouw iets af van de gangbare Zaanse paltrokken. Hij had een iets bredere kast met getrapte wegen in de zijwanden.  Bovendien was hij groen geschilderd in tegenstelling tot de andere paltrokken, die overwegend zwart geteerd waren. In 1904 werd de molen aangekocht door Jan Prinsze om hem te doen overplaatsen naar de plek van de in 1903 verbrande paltrok de Gekroonde Poelenburg te Zaandam oost aan de Gouw nabij het Weerpad.

1731 – 1903 aan de Gouw nabij het Weerpad te Zaandam

De stichtingsdatum van de Gekroonde Poelenburg werd niet gevonden, maar de molen dook in 1731 voor het eerst op in het register van de Windpachten van de Banne Oostzaanen. De pacht werd voldaan door Jochemsz Poelenburg, die jaarlijks 8 gulden moest afdragen. Hij bleef dit liefst 43 jaren doen en uit de hoogte van de pacht bleek dat het om een balkenzager ging. Na vele eigenaars wisselingen kwam de molen in bezit van Jan Prinsze. Deze zaagde met de molen “om loon” zo blijkt uit een advertentie van 22 october 1880.

Op 11 december 1903 ging de molen in vlammen op. De Zaanlandsche Courant van die vrijdag meldde: “Daar het gevaarte in een minimum van tijd in vuur en vlam stond was er niet meer aan het behoud te denken. Er was voor de brandweer niet veel meer te doen dan het aanwezige hout van het vuur te vrijwaren. Vier spuiten waren uitgerukt. De molen brandde al voor het molenvolk ’s morgens aanwezig was. De avond tevoren was de molen nog in bedrijf geweest. Toen was alles gecontroleerd en was er niets te bespeuren. De niet hoge verzekering van één en ander is voor de eigenaar van niet geringe schade, temeer wijl hij met deze molen zijn eenige bestaan vond”. Het Zaanlandsch Nieuws en Advertentieblad voegde daar nog aan toe:”Om half zeven s morgens luidde de klok wegens brand in loon-houtzaagmolen de Poelenburg. De brandweer moest halverwege het Weerpad over zeer drassig land en met twee planken over de sloten. Men kon niet veel uitrichten. Het duurde geruime tijd voor de molen instortte”.

Van de oude Poelenburg zijn tot op heden geen fotografische dan wel andersoortige afbeeldingen bekend.

Beeld-Paltrok